Pedagogisch werkplan​

Algemene uitgangspunten

 

Ik hanteer onderstaande algemene uitgangspunten:

 

We drinken water:

• Ik geef de kinderen water (met eventueel een schijfje sinaasappel of ander fruit of groente). Daarnaast bied ik lauwe (vruchten)thee zonder suiker aan of dun aangemaakte limonade.

 

Smeersel:

• Kinderen tot 4 jaar kunnen het beste margarine eten. In margarine zitten vooral goede vetten, die kinderen in hun eerste levensjaren hard nodig hebben.

 

Gewone kaas en smeerkaas:

• Ik bied gewone kaas (wat je in plakken koopt of snijdt met de kaasschaaf) en smeerkaas aan. Dit wissel ik af met (light) zuivelspread of cottage cheese/hüttenkäse.

 

Geen (smeer)leverworst:

• Ik bied geen (smeer)leverworst aan. In (smeer)leverworst zit namelijk veel vitamine A. Het kan schadelijk zijn als een kind structureel te veel vitamine A binnenkrijgt. Aangezien het kind thuis al (smeer)leverworst zou kunnen krijgen, bied ik uit voorzorg geen (smeer)leverworst aan. Als alternatief kan vegetarische smeerworst gegeven worden.

 

Geen rauw vlees:

• Ik geef kinderen geen producten van rauw vlees, zoals filet américain, ossenworst, carpaccio of niet-doorbakken tartaar. Ik geef ook geen rauwe of voorverpakte gerookte vis. Hierin kunnen ziekmakende bacteriën zitten.

 

Notenpasta of pindakaas zonder suiker en zout:

• Als er een kind met een ernstige allergie voor pinda’s of noten bij de opvang is, maken we hier specifieke afspraken over. Dit is in overleg met en goed bevonden door de ouders, en eventueel de behandelend arts van het kind.

​

Het aanbod:

 

Drinken

• Water (kraanwater);

• (Vruchten)thee zonder suiker;

• Halfvolle melk, karnemelk of magere yoghurtdrank zonder toegevoegde suikers;

• Dun aangemaakte limonade.

Brood en beleg

Schijf van Vijf producten

• Volkorenbrood of bruinbrood;

• Zachte margarine uit een kuipje;

• (Seizoens)fruit, geprakt of in kleine stukjes, zoals banaan, appel, aardbei;

• (Seizoens)groente, zoals tomaat, avocado, worteltjes en komkommer, in schijfjes/ kleine stukjes of een groentespread zonder zout en suiker;

• (Light) zuivelspread of cottage cheese/hüttenkäse;

• Hummus;

• Ei;

• Pindakaas.

 

Dagkeuzes, hiervan bieden we er maximaal 3 tegelijk bij een broodmaaltijd aan

• Jam;

• Vruchtenhagel;                           

• Appelstroop;

• Sandwichspread;

• Selderijsalade;

• Komkommersalade;

• Minder vette en minder zoute vleeswaren zoals kipfilet, gekookte ham, kalkoenfilet.

Tussendoor in de ochtend en in de middag

• (Seizoens)fruit, zoals bijvoorbeeld stukjes appel, peer, banaan, kiwi, druiven, meloen, aardbei, mandarijn;

Middag;

• (Seizoens)groente, zoals bijvoorbeeld stukjes worteltjes, komkommer, paprika, snoeptomaatjes of minder bekende soorten zoals avocado en radijs

• Rijstwafel, maispuffs of maisstengels, gekookt ei, kaas, worst, eierkoek, biscuitkoekje of rozijntjes

Warme maaltijd

• Producten uit de verschillende vakken van de Schijf van Vijf

• Groenten, vis ei of vlees, peulvruchten, volkorenpasta/zilvervliesrijst/aardappelen, volkorencouscous

• Eventueel toetje is yoghurt, kwark of fruit

• Soms ook een dagje geen vlees

• Gebakken wordt met vloeibare margarine of olie

​

Ik ga veilig om met het eten van de kinderen om te voorkomen dat ze ziek worden. Bij het bereiden en bewaren van voeding hanteer ik de onderstaande aandachtspunten. Ik gebruik de hygiënecode voor kleine instellingen van de Brancheorganisatie Kinderopvang.

 

Flesvoeding en borstvoeding

 

Voorbereiding:

• De drinkbekers van de kinderen zijn voorzien van een naam. Iedereen heeft zijn eigen drinkbeker.

• De afgekolfde borstvoeding is voorzien van naam en datum.

• Van tevoren maak ik de werkplek schoon en was ik mijn handen met water en zeep.

 

Klaarmaken:

• Ik probeer de flesvoeding zoveel mogelijk per fles klaar te maken en niet al van tevoren.

• De flesvoeding en afgekolfde borstvoeding verwarm ik au bain Marie, in een flessenwarmer of in de magnetron op de laagste stand.

• Bij verwarming in de magnetron zwenk ik de fles tussendoor om de warmte goed te verdelen. Dit doe ik nogmaals als de melk op temperatuur is.

• Ik laat de melk niet warmer worden dan 30-35 ˚C (drinktemperatuur). Dit is met name van belang voor borstvoeding, omdat de beschermende stoffen in deze voeding verloren gaan als de melk te warm wordt.

• Ik druppel klaargemaakte melk op de binnenkant van de pols om te voelen of deze niet te warm is.

 

Schoonmaken:

• Melk die overblijft na het voeden gooi ik weg.

• Direct na het drinken spoel ik de fles en speen schoon.

• De fles en de speen was ik met een flessenborstel  in heet water.

• De fles en speen laat ik ondersteboven op een schone, droge doek drogen.

 

Bewaren:

• Borstvoeding: gekoeld aangeleverde borstvoeding plaats ik zo snel mogelijk onder in de koelkast. Ik bewaar deze maximaal 2 dagen in de koelkast. Ingevroren borstvoeding bewaar ik maximaal 3 maanden in de vriezer.

• Flesvoeding: indien flesvoeding toch al van tevoren wordt klaargemaakt dan zet ik deze meteen na het klaarmaken in de koelkast. Deze flesvoeding bewaar ik maximaal 8 uur in de koelkast, daarna gooi ik het weg.

 

 

 

Voorbereiding:

• De handen van de kinderen wassen ze met water en zeep voor het eten en na toiletbezoek.

• Mijn eigen handen was ik met water en zeep voor het eten en voor het bereiden van voeding, na het aanraken van rauw vlees en rauwe groente, na toiletbezoek en na het verschonen van kinderen.

• Ingevroren producten ontdooi ik afgedekt in de koelkast of in de magnetron op ontdooistand.

• Ik zorg ervoor dat het aanrecht, keukengerei en snijplanken schoon zijn.

• Groente, fruit en kruiden was ik alvorens te gebruiken.

 

Klaarmaken:

• Ik houd rauwe producten gescheiden van bereid eten.

• Warm eten verhit ik goed, vooral vlees, kip, eieren en vis.

• Ik verwerk geen rauwe eieren in gerechten die niet verhit worden.

 

 

Bewaren:

• Ik maak gebruik van stickers om de datum waarop het product geopend is te vermelden. Verpakkingen sluit ik direct na gebruik. Ik gebruik afsluitbare bakjes om eten te beschermen tegen uitdrogen, bacteriën en schadelijke stoffen.

• Bederfelijke producten, zoals vleeswaren, leg ik direct na gebruik weer in de koelkast (4 ˚C). Ik gooi deze producten weg als de ‘te gebruiken tot’-datum is verlopen.

• Restjes verdeel ik in kleinere porties, laat ik afkoelen en zet ik binnen 2 uur in de koelkast. Ik bewaar restjes maximaal 2 dagen in de koelkast.

• Kannen water met fruit/groente/kruiden bewaar ik in de koelkast.

• Staat op een product ‘Gekoeld bewaren’ dan hoort het in de koelkast. Producten met het bewaaradvies ‘koel bewaren’ bewaar ik in een donkere ruimte bij een temperatuur van 12 tot 15˚C.

• Producten die de ‘ten minste houdbaar tot’-datum hebben overschreden, gebruik ik alleen als de verpakking onbeschadigd is en de aanblik, de geur en de smaak van het product goed zijn

 

 

Vrijdag = blijdag

 

Op vrijdag vieren wij dat het weekend voor de deur staat en eten wij onze zelfgemaakte baksels, pannenkoeken of poffertjes, of patatje als avondeten. Het fruit moment in de ochtend wordt altijd gegeven. Pannenkoeken of poffertjes kunnen als lunch zijn, maar als het als avondeten wordt aangeboden dan zal de lunch een gewone boterham betreffen.

Als we op stap zijn is er bijvoorbeeld ruimte voor het halen van een croissantje of ander lekker broodje.

Kortom, een dag waarop er ruimte is voor iets lekkers. Wat het precies is of wanneer het op de dag gegeven wordt kan verschillen.

 

​

 

 

Alles wat in dit voedingsbeleid staat beschreven is een indicatie van wat er met grote regelmaat aangeboden wordt. Van tijd tot tijd kan dit variëren en kunnen geen rechten aan verleend worden.
Dit is een greep uit het voedingsbeleid. Het gehele voedingsbeleid is in te zien op de opvanglocatie of kan verstrekt worden indien vraagouder dit wenst.